Overslaan en naar de inhoud gaan

Uiteraard krijgen we dan onze traditionele slachtoffers binnen, waaronder 1 Zeekoet & 3 Alken. Ze zijn allemaal uitgeput maar stellen het goed. Momenteel worden ze opgepept met vocht en elektrolyten. Daarnaast gingen we nog 2 verdwaalde Aalscholvers en een verdwaalde Grote mantelmeeuw wegvangen. Ze zaten allen (apart) vast op binnenkoeren van flatgebouwen. Door de harde wind maakten ze vermoedelijk een inschattingsfout en verzeilden ze zo op een plek waar ze moeilijk wegkonden. De hoge muren rondom een binnenkoer maken het technisch gezien onmogelijk voor hen om nog weg te kunnen vliegen (40 meter recht naar boven is onmogelijk). Ze konden alledrie dan ook na een korte check-up vrijgelaten worden op een geschikte plaats.

Ook 2 Futen kozen de verkeerde landingsplek uit, en kwamen terecht op autowegen. Ze hadden beiden schaafwondjes aan de voeten, maar waren verder in topconditie. Ze werden beiden vrijgelaten op de Spuikom van Oostende, waar het krioelt van de Futen.

En dan hadden we ook nog enkele zeer bijzondere gasten. Zo vonden mensen een Kleine alk (Alle alle) op een weg in De Haan. Dit kleine alkachtig zeevogeltje broedt in IJsland en Spitsbergen, en komt normaal hier niet voor, ook niet tijdens de winter. Door de hevige stormen in Groot-Brittannië en Ierland kwamen al vele diertjes in de steden daar terecht, en nu kregen wij dus ook eentje binnen. Helaas stierf het dier snel na binnenkomst, en dat is misschien maar goed ook, aangezien er geen kans op revalidatie was. Het was volledig uitgeput, graatmager, en vrijlaten hier is dus geen optie (ze vinden hier niet het juiste voedsel). Bovendien werd in het verleden al vastgesteld bij necropsie dat ze altijd erge nierschade hebben als ze zover uit koers raken. 

Daarnaast vond ook een Vaal stormvogeltje (Oceanodroma leucorhoa) de weg naar het VOC. Het werd midden in het centrum van Oostende gevonden, terwijl ze normaal op volle zee leven. Deze kleine stormvogelachtige broedt in holen in Schotland en andere noordelijke plaatsen, en trekt in de winter naar het zuiden. Vermoedelijk raakte dit diertje (dat nauwelijks 30 gram weegt) verloren door de zware storm. Het kan hopelijk snel terug vrij.

Tenslotte was er op vrijdag 15/01 nog een extra attractie met de vangst en komst van een Grijze zeehond (Halichoerus grypus). Deze zeehondensoort (die minder algemeen is dan de Gewone zeehond), kenmerkt zich vooral door de lange snuit. Aangezien de melding net voor het donker worden binnenkwam, en Sea Life Blankenberge net geen transporteur beschikbaar had, beslisten wij het dier op te halen en hier huis te vesten, zodat onze Blankenbergse collega's meer tijd hadden. Het dier vangen was niet simpel, want het bleek niet echt om een zwak en klein exemplaar te gaan. Het dier had verschillende wondjes en zat al heel ver het strand op, bijna op de dijk, en dus beslisten we het mee te nemen. Op zaterdag werd het dan opgehaald door Sea Life die het dier zal controleren en zal beslissen wanneer het terug vrij kan.